Drentse les voor zorgstudenten in Meppel. 'Ik heb liefzeert, betekent dat liefdesverdriet?'

Arja Olthof legt de studenten het verschil uit tussen ''t kun minder' en ''t giet wel'. Foto: Gerrit Boer

„Ik heb de bewoners laatst voorgelezen uit een boek van ‘Garriet Jan en Annegien’; het viel me mee hoe goed dat ging.” Verzorgingsstudent Maud van der Linden krijgt tijdens haar stage te maken met streektaal.

De 19-jarige Nijeveense die stageloopt in een woonzorgcentrum in Steenwijk is niet de enige, zo blijkt dinsdag tijdens een gastles van Arja Olthof van het Huus van de Taol op het Drenthe College in Meppel. De derdejaars verzorgende IG praat zelf geen Drents, maar thuis heeft ze de streektaal wel meegekregen. „Als ik bij mijn opa en oma kom, zeggen ze vaak mien magie tegen me”, lacht ze.

Docente Marcella Wobben van de mbo-opleiding Zorg en Welzijn merkte dat haar leerlingen in de ouderenzorg vaak te maken krijgen met Drents sprekende ouderen en besloot streektaalorganisatie het Huus van de Taol in te schakelen voor een gastles over de Drentse taal en cultuur.

Achttien eerste- en derdejaarsstudenten buigen zich over Drentse uitspraken als Ik bin sloerig , De haanden kelt mij , Ik bin zo schraomerig en Ik heb liefzeert . Wat ze betekenen, wil Olthof van ze weten. „Liefzeert, is dat liefdesverdriet?” vraagt iemand. Het blijkt hetzelfde te betekenen als Ik heb pien in de hoed : ik heb buikpijn.

Sloerig

„Aj sloerig bint, dan bej niet fit”, legt Olthof in het Drents uit. „En soms kun je uit een bepaald woord ook wel afleiden wat het ongeveer is. Kelt heeft al wat weg van koud. As je de haanden kelt dan zijn ze dus koud of tintelen ze.” Schraomerig is schor, legt ze uit.

Veel Drentse ouderen drukken zich uit in de taal die ze van huis uit hebben meegekregen, vertelt Olthof aan de studenten. Op haar vraag hoe oud je bent als je een taal leert, is het eerste antwoord uit de groep: „In groep 1 op de basisschool.” Het blijkt veel eerder te zijn. „Taalverwerving begint in de vijfde maand van de zwangerschap.”

De ouderen van nu leerden van kleins af aan Drents. Nederlands kwam later op school. Olthof: „Daar werd het Drents vaak ook afgekeurd. Nederlands werd gezien als enige goede taal.” Op die manier is bij veel Drenten de schaamte voor de streektaal ontstaan, legt ze uit, terwijl veel mensen zich toch het beste kunnen uitdrukken in hun eerste taal.

Pijn aan de lijs

Olthof vertelt over haar eigen moeder die tijdens haar werk in de zorg te maken kreeg met een oudere dame die in perfect Nederlands probeerde uit te leggen dat ze zo’n pijn had aan haar ‘lijs’. „In het Drents wordt de lange ij van een ie, dus ze dacht dat lies in het Nederlands ‘lijs’ was.”

Op de vraag wat de meest positieve uitspraak is: ‘t kun minder , ‘t mag wel zo of ‘t giet wel , wordt er getwijfeld in de klas. Olthof legt uit dat ‘t kun minder voor de meeste Drenten heel positief is. „En bij ‘t giet wel moej deurvraogen. Dan is der vaak meer an de haand.”

De les smaakt naar meer, blijkt na afloop. Marcella Wobben gaat overleggen of Drents een keuzemodule kan worden voor zorgstudenten van het Drenthe College.

Vertrouwd

Het scheelt een stuk wanneer bewoners van woonzorgcentra zich kunnen uitdrukken in de taal die ze het meest vertrouwd is en dan begrepen worden, benadrukt Olthof. „En je hoeft het Drents niet per se machtig te zijn om het te kunnen begrijpen of te kunnen communiceren.”

Er is herkenning in het klaslokaal. „Ik loop stage bij woonzorgcentrum Beatrix in Hollandscheveld. Eerst praatte ik Nederlands, maar inmiddels ook Drents. Sommige bewoners vragen eerst of ik Drents kan”, vertelt derdejaars studente Quincy Boers (21). „Thuis doen we het niet, maar ik ken het van mijn opa en oma. Ik ga ook wel naar een keet in Hollandscheveld, waar we Drents praten.”

Nieuws

menu