Deze zes topstukken van het Drents Museum in Assen horen vanaf nu bij de Canon van Nederland

Teus Eenkhoorn, directeur van het Nederlands Openluchtmuseum en initiatiefnemer van het Canonnetwerk, en algemeen directeur Harry Tupan van het Drents Museum samen met groep 8 van basisschool De Kloostertuin uit Assen. Foto: Sake Elzinga
Het Canon van Nederland is een landelijke samenwerking en is een initiatief van het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem, waar sinds september 2017 de overzichtspresentatie van de Canon van Nederland te zien is.
Maar niet gevreesd, de stukken van het Drents Museum blijven gewoon in Assen. Volgens woordvoerder Karin Wijlens van het museum is momenteel alleen het meisje van Yde te zien. De rest ligt in het depot en wordt binnenkort weer tentoongesteld.
Belangrijkste gebeurtenissen, personen en voorwerpen
De Canon neemt bezoekers van de aangesloten musea in vijftig vensters mee langs de belangrijkste gebeurtenissen, personen en voorwerpen die samen het verhaal van Nederland vertellen. Met de Canon als uitgangspunt slaan musea en gedenkplekken door heel Nederland de handen ineen om de veelzijdigheid van de Nederlandse geschiedenis te laten zien. Samen vormen zij het netwerk van de Canon van Nederland, ofwel het Canonnetwerk.
Waarom zo bijzonder?
De stukken die in de canon worden opgenomen zijn stuk voor stuk bijzonder en geven allemaal de geschiedenis van Nederland weer. Zo is de Kano van Pesse de oudste boot ter wereld. Deze kano werd gebruikt om mee te vissen, maar waarschijnlijk ook om ver mee te varen zodat de bouwers nieuwe mensen kunnen ontmoeten.
Het tweede sleutelstuk is een tweetal koperen spiraaltjes die gevonden zijn in een hunebed. Ze laten zien dat er lang voor de bronstijd begint er al metaal in Nederland is.
Geofferd aan de goden
Het meisje van Yde is het derde sleutelstuk. Zij is rond de jaartelling gedood om aan de goden te offeren. In Noordwest-Europa worden in deze periode veel mensen gedood en in venen achtergelaten. Zo laat het meisje van Yde zien dat de Romeinse invloed tot ver boven de limes reikt.
De schat van Roswinkel is het vierde sleutelstuk. De munten uit deze schat zitten in een leren beurs met een kruismotief en zijn als offer achtergelaten in het Drentse veen. De schat toont dat wanneer het door Karel de Grote opgelegde christendom omarmd wordt de ‘heidense’ geloofspraktijken niet meteen verdwijnen.
Het vijfde sleutelstuk is de muntschat uit Zuidlaren. Deze lokale muntjes worden tijdens de Beeldenstorm gestolen door een plunderaar: blijkbaar zijn er onder de beeldenstormers ook mensen met economische in plaats van religieuze motieven.
Het laatste sleutelstuk is het schilderij De Turfschuit van Vincent van Gogh. Hij schildert dit werk in 1883 wanneer hij drie maanden in Drenthe woont. Dit schilderij toont een karakteristiek beeld van het zware werk van de veenarbeiders.