Stichting Staphorst knokt voor handhaving bijzondere positie

Tijdens de Staphorstdagen van vorig jaar. Martijn Bijzitter
De afgelasting heeft te maken met de coronacrisis, maar het bestuur voelt zich ook in de kou gezet door de gemeente. Of het volgend jaar wel doorgaat, hangt volgens het bestuur af van de opstelling van de gemeente.
Uitvoeringsorganisatie
De stichting is het niet eens met het streven om de drie Staphorstdagen in de toekomst onder te brengen bij een nieuw te vormen stichting Recreatie en Toerisme, waardoor dus ook een bijdrage in de kosten niet meer gericht moet worden aan de gemeente Staphorst maar aan deze nieuw te vormen Stichting Recreatie en Toerisme. De stichting Staphorst beschouwt zichzelf als uitvoeringsorganisatie van de gemeente Staphorst. Zo zou het begin jaren negentig zijn afgesproken. Deze andere constructie vraagt om een ander subsidieregime.
De Stichting Staphorst en de gemeente botsen over de wijze van subsidieverstrekking. De gemeente wil vooraf een deugdelijke begroting en andere sponsoren, zoals het gemeentelijk beleid voorschrijft. Nu is het zo dat de stichting melding maakt van de organisatie van de Staphorstdagen en ze verzoekt de gemeente, uiteraard ondersteund door een gedegen onderbouwing, door middel van het meesturen van haar begroting, om de jaarlijks terug kerende gemeentelijke bijdrage weer aan de Stichting Staphorst over te maken. „Zoals u zult constateren draaien de Staphorstdagen al jaren met verlies, een verlies dat stilzwijgend door enkele sponsoren wordt gedragen die niet als zodanig te boek willen staan”, laat het bestuur weten.
Zelfstandige organisatiepartner
„Vriendelijk verzoeken wij u de status te bevestigen die de Stichting Staphorst en haar vele vrijwilligers naar hun gevoel al jaren hebben, namelijk die van zelfstandige organisatiepartner van de gemeente Staphorst voor wat betreft de organisatie van de drie Staphorstdagen en de Stichting Staphorst in het verlengde hiervan structureel een jaarlijkse vergoeding ter bestrijding van de onkosten toe te wijzen.”